Chronische nierziekten, nierschade, nierfalen

8 maart 2024

medibib-week10-chronischenierziekte-socials

Chronische nierziekten, een stille epidemie 


Chronische nierziekten en hun impact op de wereldgezondheid 

De tweede donderdag van maart wordt over de hele wereld de “Internationale Dag van de Nier” (World Kidney Day) gevierd, een dag die gewijd is aan het vergroten van het bewustzijn rond nieraandoeningen en het belang van de gezondheid van de nieren. Een van de meest urgente kwesties binnen dit domein is de opkomst van chronische nierziekten, waarbij de nieren langdurig en geleidelijk aan beschadigd raken. Een stille maar verwoestende epidemie die naar schatting 850 miljoen mensen wereldwijd treft. Deze jaarlijkse WKD heeft tot doel de frequentie en de impact van chronische nierziekten in kaart te brengen en het aantal nieraandoeningen terug te dringen.

Waarvoor dienen onze nieren? 

Achteraan tussen onze ribben en de bovenrand van ons bekken liggen twee boonvormige 12-cm-lange nieren die zo’n 160 gram wegen. De nieren hebben belangrijke functies zoals: 
  •  Afvalstoffen afkomstig van de afbraakprocessen van de spijsvertering uit het bloed verwijderen via microscopisch kleine filtertjes. 
  • Regulering van de vochtbalans door het teveel aan vocht via de urine uit te scheiden. 
  • Zorgen voor een optimale elektrolytensamenstelling in het lichaam (natrium, kalium, fosfor, calcium…). 
  • Regulering van de bloeddruk door het evenwicht tussen water en zout en de productie van een aantal bloeddrukregulerende hormonen te regelen. 
  • De aanmaak van het hormoon erythroproteïne (EPO) dat nodig is om het beenmerg te stimuleren tot de aanmaak van rode bloedcellen. De rode bloedcellen zijn op hun beurt nodig voor het zuurstoftransport door het lichaam. 
  • De activering van vitamine D, nodig voor de opname van calcium uit de voeding. 
  • De regeling van de zuurtegraad in het lichaam. 

Van een verminderde nierfunctie tot nierfalen 

Het verlies van de nierfunctie evolueert zeer traag. In het beginstadium zijn er zelfs geen duidelijke klachten. Daarom wordt nierfalen vaak pas laattijdig vastgesteld. Dat is jammer, want een tijdige behandeling kan het verloop van nierfalen nog gunstig beïnvloeden. Om die reden werd in België het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie (CNI) in het leven geroepen.

Acuut of chronisch nierfalen 

Nierfalen kan plotseling ontstaan (acuut) of langzaam en sluipend (chronisch). 
  • Acuut nierfalen
    Als de nieren plotseling niet meer in staat zijn afvalstoffen te verwijderen uit het lichaam door:
    - Te weinig bloedaanvoer naar de nier omwille van een heel lage bloeddruk
    - Beschadiging van het nierweefsel door een infectie, medicatie of een auto-immuunziekte
    - Nierstuwing door nierstenen
Door op tijd de juiste behandeling te geven kan de nierfunctie zich meestal (deels) herstellen. Zo niet ontstaat chronische nierinsufficiëntie. 
  • Chronisch nierfalen
    Als de nieren onvoldoende of niet meer herstellen door een nierziekte, chronisch hoge bloeddruk (hypertensie), suikerziekte type I (diabetes mellitus) of een aangeboren afwijking. We spreken over chronisch nierfalen als de aandoening langer dan 3 maanden aanhoudt en de structuur en/of de functie van de nier aangetast is. Chronisch nierfalen treedt langzaam (sluipend) op en de klachten ontstaan meestal pas als de nieren nog maar voor 20 à 30% werken.

Wat zijn de oorzaken van nierfalen?

  • Onderliggende aandoeningen zoals diabetes, hoge bloeddruk en vaatziekten die de werking van de nieren kunnen aantasten. 
  • Toenemende leeftijd
  • Nierstenen 
  • Nevenwerkingen door geneesmiddelen zoals ontstekingsremmers (Ibuprofen) 

Hoe vaak komt nierfalen voor?

Ongeveer 10% van de totale bevolking heeft een verminderde nierfunctie. Dat aantal stijgt met de leeftijd, met name van 10% rond de leeftijd van 60 jaar tot 50% of meer op de leeftijd van 85 jaar.

Wat zijn de symptomen en gevolgen van nierfalen?

Bij chronisch nierlijden stapelen afvalstoffen zich op en kunnen de elektrolyten uit balans geraken. Bij gevorderde nierinsufficiëntie kunnen volgende klachten optreden: 
  • Hoge bloeddruk
    De meeste patiënten hebben al last van een hoge bloeddruk nog voordat de nierfunctie verstoord is. Omgekeerd kan een hoge bloeddruk ook nierschade veroorzaken.
  • Vermoeidheid
    Vermoeidheid, concentratieproblemen en algemene verzwakking kunnen al in een vroeg stadium ontstaan en nemen toe naarmate de nierinsufficiëntie toeneemt. Oorzaken zijn bloedarmoede, te veel afvalstoffen in het bloed, vochtophoping, slecht slapen door jeuk, tintelingen of spierkrampen, verminderde conditie of als nevenwerking van medicijnen.
  • Verminderde eetlust en misselijkheid
    Door een opstapeling van afvalstoffen in het bloed kun je beperkte eetlust ervaren, misselijk worden, braken, hoofdpijn hebben en/of een slechte adem krijgen. 
  • Jeuk
    Jeuk op één of meerdere plaatsen van het lichaam en zonder zichtbare verandering van de huid, ontstaat als gevolg van een opstapeling van afvalstoffen. De jeuk kan lang aanhouden, intens zijn en ’s nachts verergeren. 
  • Oedeem en kortademigheid
    Door meer verlies van eiwitten zoals albumine via de urine ga je meer vocht opstapelen buiten je bloedvaten en kun je last krijgen van gezwollen handen en voeten (oedeem) en eventueel kortademigheid, vooral bij het plat liggen.
  • Een bleke gelaatskleur
    Als de nieren minder EPO aanmaken zal het beenmerg minder in staat zijn om nieuwe rode bloedcellen aan te maken. Daardoor treedt chronische vermoeidheid op, ga je bleek zien en in ernstige gevallen kan dit leiden tot hartfalen.
  • Hartritmestoornissen en spierkrampen
    Door een stijging van de kaliumniveaus in het bloed ontstaat een minder goede geleiding van de zenuwimpulsen waardoor spierkrampen en hartritmestoornissen optreden. 
  • Rusteloze benen (Restless Legs Syndrome)
    Vaak ervaar je een onbedwingbare drang om je benen te bewegen door een vervelende kriebelende sensatie tijdens het stilzitten of liggen. De symptomen nemen toe naarmate de dag vordert en zijn ’s nachts het ergst. 
  • Botontkalking
    Een veranderde concentratie van vitamine D en elektrolyten zoals calcium en fosfaat kan aanleiding geven tot botontkalking (osteoporose). Je botten worden brozer en de kans op breuken vergroot.

Hoe wordt nierfalen vastgesteld en opgevolgd?

Om nierinsufficiëntie vast te stellen baseert de arts zich op een eenvoudig bloedonderzoek en een urineonderzoek. Zo’n onderzoek gebeurt jaarlijks bij risicogroepen zoals mensen met diabetes, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, chronisch nierfalen in de familie en oudere leeftijd. 
  • Bloedonderzoek 
    Tijdens een bloedonderzoek wordt de hoeveelheid afvalstoffen zoals spierafbraakproducten (creatinine) gemeten. Op basis van die creatininewaarde worden de nierfunctie en de GFR (glomerular filtration rate) geschat. Deze waarde geeft aan hoeveel bloed je nieren per minuut kunnen filteren/zuiveren. De ernst van nierfalen en het stadium van verminderde nierfunctie waarin je je bevindt worden afgeleid uit de eGFR-waarde (estimated glomerular filtration rate):

    Stadium 1: normaal
    De eGFR is meer dan 90 milliliter per minuut.
    Stadium 2: mild nierfalen
    De eGFR is tussen 60 en 89 milliliter per minuut.
    Stadium 3: matige nierfalen
    De eGFR is tussen 30 en 59  milliliter per minuut.
    Stadium 4: zwaar nierfalen
    De eGFR is tussen 15 en 29 milliliter per minuut.
    Stadium 5: eindstadium van de nierziekte
    De eGFR is minder dan 15 milliliter per minuut.

    Bij een vermoeden van chronisch nierfalen wordt dit onderzoek driemaal herhaald binnen een periode van 90 dagen. Zo kan uitgesloten worden of de gedaalde nierfunctie eventueel veroorzaakt wordt door bepaalde medicatie, uitdroging of ernstige diarree. 
  • Urineonderzoek
    Als je nieren te veel eiwitten doorlaten komen ze in de urine terecht. Via een ochtendurinestaal of een 24-uurs-urineanalyse wordt de eiwitconcentratie (albumine) bepaald. Hoe meer eiwit in de urine, hoe groter de nierschade. 
  • Bijkomende onderzoeken
    Bijkomende onderzoeken zoals een echografie van de nieren zijn nuttig om de diagnose te documenteren en om de evolutie op te volgen.

Hoe de achteruitgang van je nierfunctie vertragen 

  • Regelmatige controle
    Behoor je tot de risicogroep, dan moet je nierfunctie minstens jaarlijks gecontroleerd worden. Bij chronisch nierfalen moet je van dichtbij opgevolgd worden. Indien je ervoor in aanmerking komt, doe je dat best via een georganiseerde opvolging zoals het zorgtraject. Dit kan je helpen de achteruitgang van je nierwerking te vertragen en de kans op nierdialyse en/of transplantatie te verkleinen. Een zorgtraject biedt je recht op een volledige terugbetaling van je consultaties, de aankoop van een gevalideerde bloeddrukmeter en enkele consultaties bij een erkend diëtist. 
  • Gezonde levensstijl
    Zorg voor voldoende beweging, stop met roken, hou je lichaamsgewicht onder controle, volg een aangepast nierbesparend dieet via een gespecialiseerd diëtist, eet niet te veel vlees en zout en drink anderhalve tot 2 liter water per dag.
  • Volg strikt je medicatieschema
    Bij nierfalen zal de nierspecialist (nefroloog) je specifieke medicatie voorschrijven. Omdat de nierfunctie en de elektrolytenbalans nauw met elkaar in verband staan, is het van kapitaal belang om je voorgeschreven medicatieschema nauwlettend te volgen. Aanvullend worden ook bloeddrukverlagende geneesmiddelen voorgeschreven. 
  • Wees voorzichtig met andere medicatie
    Meld aan alle artsen die je raadpleegt dat je aan chronisch nierfalen lijdt zodat zij er rekening mee kunnen houden bij het voorschrijven van andere medicatie of bij het toedienen van contrastmiddelen bij het nemen van een scan. Neem geen ontstekingsremmende middelen op eigen initiatief. En wees voorzichtig met kruiden, voedingssupplementen of medicatie die je zonder voorschrift kunt krijgen. Overleg dus steeds met je arts. 
  • Bloeddrukcontrole
    Een hoge bloeddruk verhoogt de druk in de kleine bloedvaten en filters van de nieren, waardoor die sneller verslijten. Om dit te vermijden is een goede bloeddrukregeling van groot belang. Door regelmatig zelf je bloeddruk te meten en te noteren, kan je arts de gepaste behandeling opstellen.
  • Beperk je zoutinname
    Zout bevat het mineraal natrium dat van nature in het lichaam voorkomt en nodig is voor onze waterhuishouding. Hoe meer natrium, hoe meer vocht je lichaam gaat bevatten. Daardoor krijg je meer dorst en kunnen goedwerkende nieren het teveel aan natrium weer uitplassen. Bij nierinsufficiëntie blijft er te veel natrium in het lichaam achter, heb je voortdurend dorst terwijl je lichaam het vocht vasthoudt rond enkels en ogen (oedeem) en je bloeddruk stijgt. Om belasting van de nieren te verminderen wordt beperking van de zoutinname aanbevolen. Zout wordt niet alleen toegevoegd tijdens het koken en aan tafel, maar zit ook van nature aanwezig in veel voedingsmiddelen. Daarnaast bevatten industriële voedingsmiddelen ook zeer veel verborgen zout. Denk maar brood, vleeswaren, kaas, conserven en kant-en-klare gerechten. Onder zout verstaan we keukenzout, zeezout, selderijzout, gejodeerd zout … 


Conclusie

Chronische nierziekten vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid wereldwijd, maar met de juiste preventieve maatregelen, vroege detectie en adequate behandeling kunnen we de impact ervan verminderen. Wereldnierendag biedt een belangrijke gelegenheid om het bewustzijn te vergroten en actie te ondernemen om deze stille epidemie aan te pakken, zodat mensen overal ter wereld een goede niergezondheid kunnen behouden.