Glutenallergie – Coeliakie - Glutensensitiviteit
Wat is een glutenallergie?
Glutenallergie (coeliakie) is een complexe chronische darmaandoening die te wijten is aan een overgevoeligheid voor gluten. Gluten is een soort eiwit dat voorkomt in granen zoals tarwe, rogge, gerst, mout en spelt, maar niet in haver, rijst en maïs. Gluten beschadigt het slijmvlies van de dunne darm dat normaal gezien bestaat uit allemaal darmvlokjes (villi). Coeliakie vlakt de darmvlokken af zodat de darmwand glad wordt en steeds minder in staat is om voedingsstoffen op te nemen (malabosorptie). Zo kunnen er tekorten ontstaat van ijzer, calcium en vitaminen. Glutenallergie, ook wel glutengevoelige enteropathie of glutenintolerantie genoemd, uit zich in diarree, constipatie, groeiachterstand en vermoeidheid.
Hoe vaak komt coeliakie voor en hoe ontstaat het?
Hoewel we spreken van een glutenallergie, is coeliakie geen echte allergie. En hoewel het immuunsysteem een rol speelt in het proces van de aandoening is het strikt genomen geen auto-immuunziekte.
Coeliakie wordt meestal al vastgesteld in de kindertijd, maar kan evengoed bij volwassenen tussen de 30 en 50 jaar opduiken.
Darminfecties kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van coeliakie. Wanneer een infectie weefselbeschadiging veroorzaakt, kan het contact met gluten het ziekteproces in gang zetten. Hierbij wordt het immuunsysteem van de patiënt die drager is van het HLA-DQ2 en -DQ8-eiwit, geactiveerd. Het lichaam maakt dan antilichamen tegen gliadine, een onderdeel van gluten, en tegen het lichaamseigen tissue transglutaminase (tTG), dat als bijproduct vrijkomt bij weefselbeschadiging. Het is dat immuunproces dat uiteindelijk de darmvlokken (villi) van het duodenum en het bovenste deel van de dunne darm vernietigt met de gekende symptomen tot gevolg.
Het is echter niet omdat de ouders coeliakie hebben dat de kinderen het ook zullen hebben. Broers en zussen hebben 5 tot 10% meer kans om de aandoening te krijgen. Door het ontbreken van klachten is het niet altijd duidelijk wie in een familie belast is en wie niet. Vrouwen hebben 1,5 à 2 keer meer kans op coeliakie dan mannen.
Wat zijn de symptomen van coeliakie?
Typische klachten
De meeste mensen met coeliakie vertonen geen of slechts milde klachten. Voor zij die er wel last van hebben, zijn de typische klachten de volgende:
Anamnese
Op basis van je klachten kan de arts al een vermoeden hebben dat je lijdt aan glutenallergie. Dit vermoeden is echter onvoldoende om je levenslang op een glutenvrij dieet te zetten.
Bloedonderzoek
Overgevoeligheid aan gluten kan ook dermatitis herpetiformis veroorzaken. Dit is een ontstekingsziekte van de huid (dermatitis) met herpesachtige eigenschappen (herpetiformis). Deze huidziekte, ook wel coeliakie van de huid genoemd, is te herkennen aan symptomen zoals een intense branderigheid, een stekend gevoel en jeuk ter hoogte van de ellenbogen, de knieën, de schedel (hoofdhuid), de billen, de rug of andere plaatsen. Dermatitis herpetiformis uit zich in kleine clusters rode, jeukende blaasjes waarvan de ernst kan variëren. De diagnose stelt zich soms door een bloedtest, maar met zekerheid door een huidbiopsie.
Glutensensitiviteit of glutenovergevoeligheid
Als er bij de patiënt geen coeliakie, tarweallergie of dermatitis herpetiformis vastgesteld kan worden, maar dat hij toch duidelijk reageert op gluten terwijl hij klachtenvrij is bij het volgen van een glutenvrij dieet, kunnen we spreken over een glutenovergevoeligheid. Glutensensitiviteit is een recentelijk erkende aandoening waarbij de patiënt overgevoelig reageert op tarwe of gluten. Deze mensen hebben geen beschadigde dunnedarmwand en een normaal antiweefsel-transglutaminase.
De symptomen zijn buikpijn, een opgezette buik, een veranderd stoelgangspatroon met vooral diarree in combinatie met algemene klachten zoals hoofdpijn, spierpijn, ijlhoofdigheid, vermoeidheid, gewichtsverlies en bloedarmoede.
Het onderliggend mechanisme achter glutensensitiviteit is nog niet volledig gekend. Een niet-coeliakie glutensensitiviteit zou mogelijks een immuunstoornis kunnen zijn omdat bij deze mensen antinucleaire antilichamen gevonden worden in het bloed, die kunnen wijzen op een auto-immuunziekte.
Hoe coeliakie genezen of behandelen?
Coeliakie is niet te genezen. Het betreft een aangeboren aandoening, die vroeg of laat vastgesteld wordt. Bij de diagnose coeliakie, dermatitis herpetiformis en/of glutensensitiviteit zul je levenslang een strikt glutenvrij dieet moeten volgen. Dit houdt in dat je alle voedingsmiddelen waarin zich gluten bevinden, uit je dieet zult moeten schrappen. Het betreft in grote lijnen brood, pizza, pasta, koekjes, cake, gebak, taart, paneermeel, crackers, maar ook tal van voedingsmiddelen met verborgen gluten zoals soepen met bindmiddelen en/of vermicelli, sauzen, sommige snoepjes, bepaalde ijssoorten en biersoorten.
Een voedingsmiddel wordt als glutenvrij beschouwd als het minder dan 20 mg gluten per kilogram bevat. Vanaf 20 tot 100 mg per kilo moet er op de verpakking ‘zeer laag glutengehalte’ vermeld staan.
De klachten van coeliakie en glutensensitiviteit verdwijnen vrij snel na het starten van een glutenvrij dieet. Maar eens je ermee stopt, komen de klachten vrij snel terug. Dermatitis herpetiformis geneest echter veel trager. Het kan soms 1 tot 2 jaren duren.
Enkel tips
Glutenallergie (coeliakie) is een complexe chronische darmaandoening die te wijten is aan een overgevoeligheid voor gluten. Gluten is een soort eiwit dat voorkomt in granen zoals tarwe, rogge, gerst, mout en spelt, maar niet in haver, rijst en maïs. Gluten beschadigt het slijmvlies van de dunne darm dat normaal gezien bestaat uit allemaal darmvlokjes (villi). Coeliakie vlakt de darmvlokken af zodat de darmwand glad wordt en steeds minder in staat is om voedingsstoffen op te nemen (malabosorptie). Zo kunnen er tekorten ontstaat van ijzer, calcium en vitaminen. Glutenallergie, ook wel glutengevoelige enteropathie of glutenintolerantie genoemd, uit zich in diarree, constipatie, groeiachterstand en vermoeidheid.
Hoe vaak komt coeliakie voor en hoe ontstaat het?
Hoewel we spreken van een glutenallergie, is coeliakie geen echte allergie. En hoewel het immuunsysteem een rol speelt in het proces van de aandoening is het strikt genomen geen auto-immuunziekte.
Coeliakie wordt meestal al vastgesteld in de kindertijd, maar kan evengoed bij volwassenen tussen de 30 en 50 jaar opduiken.
Darminfecties kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van coeliakie. Wanneer een infectie weefselbeschadiging veroorzaakt, kan het contact met gluten het ziekteproces in gang zetten. Hierbij wordt het immuunsysteem van de patiënt die drager is van het HLA-DQ2 en -DQ8-eiwit, geactiveerd. Het lichaam maakt dan antilichamen tegen gliadine, een onderdeel van gluten, en tegen het lichaamseigen tissue transglutaminase (tTG), dat als bijproduct vrijkomt bij weefselbeschadiging. Het is dat immuunproces dat uiteindelijk de darmvlokken (villi) van het duodenum en het bovenste deel van de dunne darm vernietigt met de gekende symptomen tot gevolg.
Is coeliakie erfelijk?
Voor coeliakie bestaat een onderliggende genetische voorbeschiktheid. Ongeveer 40% van de Belgen en de Nederlanders zijn dragers van de HLA-eiwitvarianten DQ2 en DQ8, maar slechts 0,5 à 3% ontwikkelt effectief coeliakie. 95% van de coeliakiepatiënten heeft het HLA-eiwittype 2, de rest heeft het HLA-eiwittype 8.Het is echter niet omdat de ouders coeliakie hebben dat de kinderen het ook zullen hebben. Broers en zussen hebben 5 tot 10% meer kans om de aandoening te krijgen. Door het ontbreken van klachten is het niet altijd duidelijk wie in een familie belast is en wie niet. Vrouwen hebben 1,5 à 2 keer meer kans op coeliakie dan mannen.
Wat zijn de symptomen van coeliakie?
Typische klachten
De meeste mensen met coeliakie vertonen geen of slechts milde klachten. Voor zij die er wel last van hebben, zijn de typische klachten de volgende:
- Chronische diarree of een lossere stoelgang
- Winderigheid
- Gewichtsverlies
- Groeivertraging bij kinderen
- Verstopping (constipatie)
- Buikpijn en buikkrampen
- Een opgezette buik
- Een stinkende, vettige stoelgang
- Aften in de mond
- Gewrichtsproblemen
- Coördinatieproblemen tijdens het bewegen (ataxie)
- Geheugenverlies
- Aantasting van de zenuwen (polyneuropathie)
- Bloedarmoede door tekort aan ijzer, foliumzuur en vitamine B12
- Vermoeidheid
- Botontkalking (osteoporose) door calciumtekort
- Aantasting van het tandglazuur
- Jeukende blaasjes ter hoogte van de ellenbogen, de knieën en de billen
Anamnese
Op basis van je klachten kan de arts al een vermoeden hebben dat je lijdt aan glutenallergie. Dit vermoeden is echter onvoldoende om je levenslang op een glutenvrij dieet te zetten.
Bloedonderzoek
- Antistoffen (IgA en IgG): geven vaak onvoldoende weer of iemand effectief allergisch is aan gluten. Zo kan iemand vals positief of negatief zijn. Het resultaat kan eventueel wel een richting geven om al dan niet verdere onderzoeken te laten uitvoeren.
- Anti-endomesium antistoffen (EMA): zeer gevoelige en specifieke IgA antistoffen, maar dure bepaling en niet overal beschikbaar.
- Anti-transglutaminase type 2 IgA: vergelijkbaar met EMA-bepaling, maar veel goedkoper.
- Anti-gedeamineerde-gliadinepeptiden (anti DGPA IgA en IgG): verdere studies zijn nodig om meer duidelijkheid te scheppen over het nut ervan bij de diagnose van coeliakie.
- HLA-typering: aangezien slechts een klein percentage van de HLA-DQ2 en/of HLA-DQ8 genotypes coeliakie ontwikkelen is dit van weinig nut. Bij risicogroepen zoals mensen met het Down-syndroom, een positieve familieanamnese, diabetes type I of een auto-immune schildklierziekte, kunnen frequente bloedonderzoeken vermeden worden door de aanwezigheid van het HLA-DQ2 en/of HLA-DQ8 genotype uit te sluiten is.
- Dit onderzoek geeft de meeste zekerheid. Tijdens een inwendig darmonderzoek (gastroscopie) wordt een stukje darmslijmvlies weggenomen (biopsie) voor onderzoek onder de microscoop. Als de darmvlokken ontbreken of ernstig beschadigd zijn, wordt het vermoeden van coeliakie bevestigd. In combinatie met een toename van de witte bloedcellen in de oppervlakkige laag van de dunne darm, kan met zekerheid coeliakie gediagnostiseerd worden.
- In België is een dunnedarmbiopsie noodzakelijk om een vergoeding voor glutenvrije voeding te kunnen verkrijgen via het RIZIV.
- Bij kinderen met coeliakiesymptomen en een hoge titer anti-tTG IgA kan een HLA-DQ2/8 typering aanbevolen worden in plaats van een dunnedarmbiopsie, waardoor mogelijke complicaties vermeden kunnen worden.
- Als een darmbiopsie een darminflammatie vertoont die eventueel kan passen bij coeliakie, moet in afwezigheid van het HLA DQ2/DQ8-eiwit naar andere oorzaken van enteropathie gezocht worden.
Overgevoeligheid aan gluten kan ook dermatitis herpetiformis veroorzaken. Dit is een ontstekingsziekte van de huid (dermatitis) met herpesachtige eigenschappen (herpetiformis). Deze huidziekte, ook wel coeliakie van de huid genoemd, is te herkennen aan symptomen zoals een intense branderigheid, een stekend gevoel en jeuk ter hoogte van de ellenbogen, de knieën, de schedel (hoofdhuid), de billen, de rug of andere plaatsen. Dermatitis herpetiformis uit zich in kleine clusters rode, jeukende blaasjes waarvan de ernst kan variëren. De diagnose stelt zich soms door een bloedtest, maar met zekerheid door een huidbiopsie.
Glutensensitiviteit of glutenovergevoeligheid
Als er bij de patiënt geen coeliakie, tarweallergie of dermatitis herpetiformis vastgesteld kan worden, maar dat hij toch duidelijk reageert op gluten terwijl hij klachtenvrij is bij het volgen van een glutenvrij dieet, kunnen we spreken over een glutenovergevoeligheid. Glutensensitiviteit is een recentelijk erkende aandoening waarbij de patiënt overgevoelig reageert op tarwe of gluten. Deze mensen hebben geen beschadigde dunnedarmwand en een normaal antiweefsel-transglutaminase.
De symptomen zijn buikpijn, een opgezette buik, een veranderd stoelgangspatroon met vooral diarree in combinatie met algemene klachten zoals hoofdpijn, spierpijn, ijlhoofdigheid, vermoeidheid, gewichtsverlies en bloedarmoede.
Het onderliggend mechanisme achter glutensensitiviteit is nog niet volledig gekend. Een niet-coeliakie glutensensitiviteit zou mogelijks een immuunstoornis kunnen zijn omdat bij deze mensen antinucleaire antilichamen gevonden worden in het bloed, die kunnen wijzen op een auto-immuunziekte.
Hoe coeliakie genezen of behandelen?
Coeliakie is niet te genezen. Het betreft een aangeboren aandoening, die vroeg of laat vastgesteld wordt. Bij de diagnose coeliakie, dermatitis herpetiformis en/of glutensensitiviteit zul je levenslang een strikt glutenvrij dieet moeten volgen. Dit houdt in dat je alle voedingsmiddelen waarin zich gluten bevinden, uit je dieet zult moeten schrappen. Het betreft in grote lijnen brood, pizza, pasta, koekjes, cake, gebak, taart, paneermeel, crackers, maar ook tal van voedingsmiddelen met verborgen gluten zoals soepen met bindmiddelen en/of vermicelli, sauzen, sommige snoepjes, bepaalde ijssoorten en biersoorten.
Een voedingsmiddel wordt als glutenvrij beschouwd als het minder dan 20 mg gluten per kilogram bevat. Vanaf 20 tot 100 mg per kilo moet er op de verpakking ‘zeer laag glutengehalte’ vermeld staan.
De klachten van coeliakie en glutensensitiviteit verdwijnen vrij snel na het starten van een glutenvrij dieet. Maar eens je ermee stopt, komen de klachten vrij snel terug. Dermatitis herpetiformis geneest echter veel trager. Het kan soms 1 tot 2 jaren duren.
Enkel tips
- Consulteer een diëtist om je op weg te helpen naar een glutenvrij dieet.
- De supermarkten en je apotheek hebben tegenwoordig een ruim aanbod glutenvrije producten.
- Je kunt zelf je brood en gebak bakken met toegelaten bloemsoorten zoals haver, rijst, maïs, banaan, pompoen, …
- In principe is haver glutenvrij, maar kan het tijdens de verwerking en de verpakking gecontamineerd geraken met gluten. Koop daarom gecertificeerd glutenvrije haver.
- Als je op restaurant gaat, meld van tevoren dat je allergisch bent voor gluten.
- Als je niet lijdt aan een van bovenstaande aandoeningen, is het absoluut niet zinvol om glutenvrij te eten.
- Glutenvrije producten bevatten niet de hoeveelheid vitaminen en mineralen als in volwaardige granen. Laat je arts regelmatig je vitaminestatus controleren of neem een multivitaminensupplement.
- Bespreek met je arts of je over een attest kunt beschikken om via je mutualiteit een tegemoetkoming te krijgen voor de aankoop van je glutenvrije producten.